Myanmar, Ngapali Beach
Er zijn van die bestemmingen die je volgens de boekjes gezien moet hebben, ‘voordat het te laat is’. De Malediven voordat de Indische Oceaan ze opslokt. Of Cuba voordat de Amerikanen er worden toegelaten. Als we dan toch in dat soort theorieën denken, dan doe ik ook graag een duit in het zakje. Mijn bijdrage? Ngapali Beach, Myanmar. Voordat je buurtjes er ook naartoe gaan.We zijn inmiddels dik twee weken onderweg door Myanmar. Na ontelbare tempels en pagodes, hectische steden, ranzige betelspuwers en een rits binnenlandse vluchten met airlines die als slogan’you’re safe with us’ (waarom?!) voeren, is het moment dan nu echt daar. We gaan naar de Birmese kust. Tot voor kort wist ik niet eens dat dit land een kust had. Ik wist er überhaupt bar weinig vanaf, iets met vervelende militairen en een Nobelprijs. Het regime (nog altijd aangevoerd door de nazaten van diezelfde vervelende militairen) wordt losser, laat meer toeristen toe en heeft het gros van haar politieke gevangenen vrijgelaten. Met dank aan oppositieleidster Aung San Suu Kyi, volksheldin nummer één. Uit het vliegtuigraampje zie ik Ngapali Beach al liggen. Het zou er een uit de reisboeken kunnen zijn; helderblauw water, een wit zandstrand en daarachter oneindig veel palmbomen. Het enige verschil is dat zich achter mijn uitzicht geen monsterhotels en mensenmassa’s schuilen. Het enige dat verraad dat hier een handjevol toeristen komt zijn de rieten daken die her en der tussen de palmen uitpiepen. Oja, en het feit dat er een landingsbaan-slash-geasfalteerde weg is. Yep, het paradijs bestaat.Zoals op alle kleine luchthavens in het land rollen we ook hier binnen no-time het luchthavengebouw uit. De goedlachse betelbekkies van de douane besteden meer tijd aan het oefenen op de uitspraak van onze achternamen dan aan het checken van onze papieren. Op naar Bayview – The Beach Resort. Alleen die naam klinkt me al als muziek in de oren! Eenmaal ingecheckt stort ik me bewapend met boek, oordopjes en een spierwit, fluffy Bayview – The Beach Resort strandlaken direct in de nummer één bezigheid van Ngapali: niksen. Niksen op het strand, dutten onder een palmboom, een teentje in het zwembad om vervolgens in de zee te duiken die een stuk warmer is, sundowners drinken onder diezelfde palmboom en lezen. En dat op repeat, drie dagen lang. De standaarden van de hotels in Ngapali zijn opvallend hoog. Veel hotels zijn nieuw en hebben westers management aangesteld om te voldoen aan de toerist met geld waar Ngapali (of eigenlijk, heel Myanmar) toch wel op lijkt te mikken. Gelukkig verliest het hiermee haar Birmese charme niet. Het Birmese personeel is gastvrij en de menukaart van het hotelrestaurant (met fenomenaal zeezicht!) zit nog vol met heerlijke spelfoutjes.Ngapali staat nog in haar kinderschoenen, dat blijkt uit alles. De wegen zijn slecht, de restaurantjes goedkoop en de mensen vriendelijk. De badplaats wacht er op om ontdekt te worden, wat ook betekent dat Ngapali op dit moment nog geen op zichzelf staande bestemming is. Naast een fantastisch strand heeft het weinig actie te bieden. Anderzijds.. wie wil er actie als je misschien wel een de mooiste stranden van Zuidoost Azië voor je snufferd hebt, die je ook nog eens met bijna niemand hoeft te delen. Voor zolang als dat duurt.Keep in mindDe militaire junta heeft vandaag de dag nog altijd een flinke vinger in de pap bij het regeren van het land. Sterker nog, de regering bestaat grotendeels nog uit dezelfde boefjes die het land jarenlang in een militaire dictatuur hielden. Toerisme wordt door dit bewind nauwkeurig gereguleerd: de overheid bepaald waar de toerist mag komen en vooral ook, waar niet. Bij het reizen in Myanmar is het bijna niet te voorkomen dat jouw centen (deels) bij de regering terecht komen. Denk alleen aan het feit dat veel hotels en airlines government owned zijn. Wel, volledig uitsluiten wordt lastig maar probeer er toch rekening mee te houden. Geef je geld vooral lokaal uit, op markten en in lokale, kleine restaurants en kies bij het uitzoeken van je accommodatie waar mogelijk voor de wat kleinere hotelletjes. Vooral achter de grote hotels schuilt nogal eens het spaarvarkentje van de junta.